Rechten, lijnstukken en punten

Meetkundedictee

OnderwerpRechten, halfrechten, lijnstukken en punten
Tijd± 10′            
Groepsgrootte± 20 lln.
GroeperingsvormGroepjes
VoorbereidingswerkGeen
ICT-gebruikGeen
BewegingGeen
BenodigdhedenWerkblaadjes

Opdracht voor de leerkracht

  • Druk per duo de werkblaadjes (zie bijlage) enkelzijdig af.

Werkwijze

Stap 1
Verdeel de klas in duo’s en geef elk duo een werkblaadje.

Stap 2
De duo’s verdelen de rollen onder elkaar.

  • Leerling 1 start als verteller.
    Hij of zij vertelt aan leerling 2 wat hij of zij moet tekenen.
    Voorbeeld:
    • Teken een lijnstuk met punt A en B als grenspunten.
    • Teken een rechte door de punten B en D.
    • Teken een halfrechte waarbij punt C een grenspunt is en punt B op de halfrechte ligt.
  • Leerling 2 start als tekenaar.
    Hij of zij probeert wat leerling 1 vertelt zo goed mogelijk te tekenen.

Daarna wordt de voorbeeldtekening van de verteller vergeleken met de zelfgemaakte tekening van de tekenaar. Als deze niet hetzelfde zijn, kunnen de leerlingen nadenken hoe dit komt. Dit kan liggen aan de instructies of aan het tekenen.

Stap 3
De rollen draaien om. De verteller wordt tekenaar en de tekenaar wordt verteller.

A.d.h.v. deze instap herhalen de leerlingen niet alleen de begrippen punt, rechte, halfrechte en lijnstuk, maar ook de correcte beschrijvingen en constructies.

Eindtermen

  • ET6.5 De leerlingen analyseren meetkundige relaties en eigenschappen van meetkundige objecten in het vlak.
  • ET6.7 De leerlingen stellen meetkundige objecten met gegeven eigenschappen in het vlak grafisch voor.

Bijlage

Bron
Geïnspireerd door Lynn Regemortels

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag